Skip to content

Les 10

18-10-2024

De inhoud van de toets in de toetsweek

Denk aan de punten, sla opgaven over als je vastzit

Opgave 1 (14 punten)

1 reactievergelijking opstellen (3 punten)

2 reactieenergie berekenen (3 punten)

3 kijk er goed naar, tijdrovend: blokschema compleet maken (5 punten)

4 moeilijkste vraag van de toets (inzichtvraag): atoomeconomie (3 punten)

Opgave 2 verschillende reactiemechanismen (13 punten)

ze worden gegeven en je moet er iets mee kunnen

1 reactievergelijking in structuurformules, handig om de meest voorkomende organische stoffen te kennen (3 punten)

2 eigenschappen die reactiesnelheid kunnen beïnvloeden, verschillende reactiemechanisme identificeren (2 punten)

3 kiezen of een stap kan of niet (2 punten)

4 over deze vraag werd overlegd, er wordt hier iets uitgelegd reactiesnelheidvergelijking geven (niet gehad) r=k(constante)*concentraties (3 punten)

5 trek conclusies uit concentraties en reactiesnelheden (3 punten)

Opgave 3 DNA en RNA (8 punten)

niet moeilijk

1 hoe maak je het? welke stoffen? (2 punten)

2 makkelijk: DNA code, wat is de messenger RNA (2 punten)

3 welk eiwit wordt ermee gemaakt? schrijf op welk eiwitfragment met aminozuren 3 lettersymbool gebruik binas tabel (2 punten)

4 er gaat iets in het DNA verkeerd, wat gebeurt er met het eiwitfragment? wat betekent het voor het eiwit? (2 punten)

Opgave 4 eiwitten (5 punten)

1 vergelijking opstellen in structuurformules, je moet weten hoe een eiwit is opgebouwd, hoe maak je met aminozuren een eiwit (4 punten)

2 kijk goed naar de verschillende structuurvormen die een eiwit heeft (1 punt)

Opgave 5 vet (5 punten)

1 zo simpel zelfs op havo niet geven, weet hoe een vet opgebouwd is (2 punten)

2 niet moeilijk: kwam in het huiswerk (3 punten)

Opgave 6 koolhydraten (5 punten)

tabellen met mono di poly

1 vanzelfsprekend (1 punten)

2 welke aminozuren benoemen waarvan een stukje eiwit is opgebouwd (2 punten)

3 zelfde als de vorige vraag (2 punten)

Scientia potentia est.